Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest [4]geen bedrog is. 4. Dat is, die zonder huichelarij of geveinsdheid God dient en zijne zonden met een oprecht hart voor Hem bekent.